Negen maanden lang onderzocht Japke-d. Bouma het nut van managementhypes en jeukjargon. Wat heeft ze daarvan geleerd?
‘Agile’ werken is gewoon je boerenverstand gebruiken en ‘professionals’ zijn vakmensen. Verder is een organisatie ‘kantelen’ niets meer dan behoedzaam veranderen als dat nodig is, is ‘sturing geven’ hetzelfde als ‘de regie pakken’ en betekent ‘in je kracht staan’ dat je iets vrijwillig doet – niet omdat anderen dat van je verlangen.
Pfjiew.
Ik heb een hoop geleerd jongens, de afgelopen negen maanden, toen ik elke week voor jullie kantoorhypes en managementjargon mocht onderzoeken. Ik sprak met ceo’s, ‘chief engagement officers’ en succesgoeroes, om antwoorden te vinden op vragen die ik al zo lang over werken op kantoor had. En ik kreeg behoorlijk wat antwoorden.
Bijvoorbeeld waarom we met z’n allen in open kantoortuinen zitten en gek worden van het lawaai van onze collega’s. Dat is omdat architecten tegenwoordig nu eenmaal dol zijn op ‘geile kantoren’ – grote open ruimtes die meer op legbatterijen lijken. Dat die hobby ervoor zorgt dat we met z’n allen een burn-out krijgen, is van ondergeschikt belang.
Hoe word je gelukkig op je werk? Dat weet ik nu ook. Niet door het aanstellen van ‘chief happiness officers’ en ‘fun agents’, zoals zoveel bedrijven tegenwoordig doen. Wél door slechte managers te ontslaan, niet meer te beginnen aan onnodige reorganisaties en door te stoppen met overbodige procedures en de flexplek.
Ik leerde ook dat ‘governance’ gewoon ‘bestuur’ betekent, dat een ‘ultieme koffiebeleving’ een lekker bakkie pleur is, dat als mensen het over een ‘nieuwe organisatiestructuur’ hebben, ze eigenlijk een ‘extra bestuurslaag’ bedoelen en dat de functietitel ‘secretaresse’ hopeloos verouderd is, denigrerend zelfs. Je kan beter zeggen dat je ‘assistant’ bent – in het Engels uitgesproken, uiteraard. Dat klinkt ook veel beter in de kroeg, als anderen zich voorstellen als ‘content marketeer’, ‘storyteller’ en ‘scrum master’.
Over dat Engels gesproken, ik leerde ook wat ‘chapter leads’, ‘backlogs’, ‘tribes’ en ‘squads’ zijn. Dat zijn respectievelijk teamleiders, plannen, groepjes en samenwerkende afdelingen. Organisaties gebruiken die termen om hippe types aan te trekken en saaie, uitgebluste 40-plussers het bedrijf uit te jagen. Het gaat erom, zo vertelde een ‘manager marketing performance & expertise’ van Aegon me, om mensen te vinden die „zichzelf elke dag willen verbeteren” en die schijnen nu eenmaal zo te praten.
Ik moet er niet aan denken dat ik mezelf elke dag moest verbeteren. Dan ben ik na 730 dagen volgens mij een soort Hulkachtige Superman met bovennatuurlijke krachten. Maar goed, ik ben dan ook geen ‘continuous improvement specialist’ – geloof me, die functietitel bestaat echt, en ja, we zijn gek geworden met z’n allen.
Want het jargon wordt steeds krankzinniger, vooral de functietitels. Zo kreeg ik dit seizoen meldingen binnen van ‘technische klantgelukkers’, ‘sourcing ninja’s’, ‘visual merchandisers’, ‘vibe managers’, ‘flexibele aanpakkers met procestalent’ (ik denk dat ze talent voor stoelgang of bureaucratie bedoelen) of, zoals de Luchtmacht dit seizoen zocht: ‘een enabler en sensemaker’. Ik noemde mezelf op LinkedIn ooit voor de lol ‘goeroe, rockstar en kantooramazone’, maar geloof me, dat valt echt niemand meer op.
Wat ik ook jammer vond, dit seizoen, is dat ik nu nog steeds niet weet hoe ‘omdenken’ werkt. Omdenkgoeroe Berthold Gunster wilde namelijk niet met me praten. „Zijn prioriteiten liggen momenteel elders”, liet zijn assistent me via de mail weten. Het gesprek uit de weg gaan, dát is pas omdenken. Maar wie weet komt dat komend seizoen goed.
Waren er ook lichtpuntjes? Jazeker. Zo signaleerde reclamebureau Ogilvy de terugkeer van „een behoefte aan eenvoud en simpelheid”, na alle gekte van de newspeak. Ook blijkt iedereen weleens stress te hebben en bang te zijn dat hij te dom is voor zijn werk, terwijl ik dacht dat ik de enige was; verzekerde een rechter me dat je alles, zelfs de meest ingewikkelde zaken, in helder Nederlands kunt uitleggen; betekent ‘durf te falen’ niet dat je fouten moet maken, maar dat je moet ontspannen op je werk en blijkt een kikker in een langzaam opwarmende pan er wel degelijk uit te springen als het water te warm wordt.
Kikkers laten zich dus helemaal niet „overvallen door verandering”, zoals zoveel managementgoeroes de metafoor gebruiken. Kikkers passen hun gedrag netjes op het juiste moment aan. Inderdaad, lieve transitiemanagers en ‘agile coaches’, net zoals wij op kantoor. Daar hebben wij jullie niet bij nodig.
Rest mij nog jullie de komende tijd veel sterkte te wensen met jullie transitiemanagers en transformatie-ambities. Ik ‘parkeer’ deze rubriek namelijk even, ik ‘til hem over de zomer heen’. Ik heb nog wel een conclusie en daarvoor zou ik een nieuwjaarsspeech-cliché willen citeren dat luidt: ‘We stonden aan de rand van de afgrond maar sindsdien hebben we een grote stap voorwaarts gezet’. Treffender kan ik het niet verwoorden.
Tot in september!
Deze rubriek kwam voor een belangrijk deel tot stand met de hulp van honderden reacties die lezers me stuurden via Twitter, LinkedIn en mail – heel erg bedankt daarvoor!
Top 3 van het ergste jeukjargon
NS International over de nieuwe ‘agile’ werkwijze met daarin onder meer de ‘pirate funnel’, ‘multidiscplinaire growth teams’ en de zin: „Op basis van de fases awareness, acquisitie, activatie, revenue, retentie en referral zijn we teams gaan inrichten.” Ik denk dat ik zelf nog even in de activatie-fase moet komen.
Adviesbureau Berenschot over de ‘Evaluatie programma Digitaal 2017’ met daarin de briljante zin: „Het instrumentarium is op basis van voortschrijdend inzicht aangepast en er is een coherente aanpak ontwikkeld.” Dat betekent: het werkte eerst voor geen meter, en toen hebben we er maar het beste van gemaakt.
Schiphol, zoekt een ‘vibe manager’. Wat die doet? Nou, onder meer: „Het continu warm houden van digital professionals door middel van het organiseren van netwerkbijeenkomsten en community building.” Ik zou dekens meenemen.
____
Bron: NRC